#8 Nog even op avontuur voor ik weer terug kom

Zo, de drie maanden zitten er alweer bijna op. Wat een onvergetelijk avontuur is het geweest. De laatste weken heb ik natuurlijk nog wel interessante dingen gedaan. Ten eerste het afscheid van mijn stageklas. Er was vooral veel Paasviering, de kinderen mochten nu in hun feestkleding naar school komen. De eerste dag begon de dag weer gewoon om 8 uur. Althans, dat dacht ik. Om kwart voor 8 was ik netjes op school. Er waren veel leerlingen, maar er was nog geen leerkracht te bekennen. Om kwart over 8 druppelden de eerste naar binnen. Mijn mentor was nergens te bekennen. We gingen naar de kerk toe voor een paasviering, dus ik heb de kinderen daar maar heen gebracht, zonder te weten waar mijn mentor was. Om 9 uur zou de kerkdienst beginnen, dus het begon om iets over half 10 (Go Suriname!). Daar hebben we vooral heel veel liedjes gezongen en optredens van kinderen gezien. De pastor heeft 3 minuten iets verteld en toen was de dienst alweer voorbij. Mijn mentor was in de tussentijd aangesloten. De leerlingen kregen vervolgens in de klas een foam bakje met wat nasi er in. Dat was de paasbrunch. Gaat net iets anders dan in Nederland, waar ze allemaal lekkere dingen maken… De school zou tot 12 uur duren, maar om 11 uur waren de kinderen alweer klaar met het eten. Ik heb daarom een uur liedjes gezongen met de kinderen, omdat mijn mentor geen idee had wat ze met de kinderen moest doen.

Dat was dag 1. Dag 2 was het officiële afscheid, omdat er op woensdag geen school meer was voor de kinderen. Deze dag was mijn mentor de hele dag niet op school. Dat ze helemaal niet meer zou komen, hoorde ik pas ergens rond 9 uur. Zo gaat dat hier J. Ik heb met de kinderen van 8 tot 10 geknutseld, daarna hadden ze een half uur pauze en vervolgens hebben we afscheid genomen (allemaal knuffels gekregen), heb ik de rapporten gegeven en was het voorbij.

Op dag 3 heb ik nog wat oudergesprekken gevoerd. Mijn mentor zei: “jij hebt ze voornamelijk les gegeven deze 3 maanden, dus doe jij de gesprekken maar.” Ik kreeg wat rapporten in mijn handen geduwd, alleen de rapporten van de kinderen die waarschijnlijk moesten blijven zitten, en ik moest ter plekke de cijfers doornemen en bedenken wat ik tegen de ouders als advies ging geven. Erg leerzaam en het verliep eigenlijk heel erg soepel. Ik had 6 rapporten die ik moest bespreken, maar ik heb maar 4 keer ouders langs gehad, waarbij het bij 2 ouders het echt serieus werd opgevat. De andere ouders hadden hun kind al opgegeven, zo leek het.

Stage voorbij! Nu vakantie. Op vrijdag tot en met maandag ben ik met mijn huisgenoten naar Voltzberg gegaan. De eerste dag was heenreizen, hangmat ophangen en lekker eten. De tweede dag hebben we 6 à 7 uur gewandeld: eerst de berg op, en toen de berg weer af. Het was een prachtig uitzicht, ik heb ontzettend genoten. Vervolgens heb ik ‘gebaad’ in de rivier, omdat het water bij de douches het niet meer deed. Dat was erg gezellig. In de avond heb ik toen de hele avond op de rotsen gelegen met mijn huisgenoten en nog wat andere mensen en we hebben ontzettend leuk gekletst. Op de 3e dag zijn we naar de Raleighvallen/moedervallen gegaan. Dat zag er mooi uit en we hebben daar ook lekker gezwommen. Vervolgens ben ik uit een boot gesprongen de rivier in, om zo dobberend naar ons kamp terug te gaan. Dat was echt super tof om te doen. Af en toe kwamen we een stroomversnelling tegen en dan werden we helemaal meegenomen, maar het ging elke keer goed omdat we zwemvesten aanhadden. In de avond hebben we toen een feest gehad, waarbij er livemuziek was van de gidsen met nog wat mensen erbij. Er werd gezongen, op trommels geslagen en wij dansten daar natuurlijk vrolijk bij. Om een uurtje of 4 lag ik toen weer in mijn hangmat. Om 8 uur werden we toen weer wakker, want we moesten vertrekken naar Paramaribo. Zelfs de hobbelige weg in een krakkemikkige bus heeft mij niet tegen gehouden om in lekker in slaap te vallen :P.

Op woensdag zijn Eline en ik toen samen naar Bigi Pan geweest. Dat ligt in Nickerie. We werden opgehaald met de taxi, zijn op een bootje gestapt en hebben gelijk allemaal beesten gespot. Dat was prachtig! We kwamen uiteindelijk aan bij een heel groot meer. Daar stonden zo’n 8 huizen. In een van die huizen, midden op het water, hebben wij onze hangmatten opgehangen en hadden we dus een overnachtingsplek. We hebben daar even geluncht, ontspannen, en zijn toen om half 6 verder gegaan om meer beesten te spotten. We hebben toen onder andere rode ibissen gezien en flamingo’s. Het was prachtig met de ondergaande zon. In de avond lekker gegeten en daarna op zoek naar kaaimannen. En die hebben we gevonden en vastgehouden! Ook hebben we nog slangen in het wild gezien, dat was ook heel tof. Ik werd daarna wakker met een prachtig uitzicht vanuit de hangmat. De tweede dag hebben we nog in een modderbad gezeten (stap maar uit de boot, zo de modder in en zak tot in je knieën weg). We zijn daarna weer teruggegaan naar Paramaribo.

Nu zijn de echte laatste dagen aangebroken. We gaan er nog volop van genieten (vooral van het weer: het is nu echt heel warm, dus nog even wat warmte pakken voordat we in de koudste meivakantie ooit aankomen…) Tot snel weer in Nederland!

#7 "Hoe zeg je goedendag in het Saramaccaans?" "Ja juf"

Ik ben weer terug van weggeweest! Een aantal nachten heb ik aan de Suriname rivier geslapen in een hutje. Maar laat ik bij het begin beginnen...

Vorige week hadden Eline en ik wat contact gehad met het RKBO, een scholenstichting in Suriname. Daar hadden we uit begrepen dat deze week prima was om stage te lopen in het binnenland. We hadden de voorkeur voor Jaw Jaw, een dorpje aan de Suriname rivier. Op vorige week woensdag was helaas ons laatste contact geweest. Wat er kort in het mailtje van het RKBO stond: jullie mogen gaan, ik zal de directeur alvast bellen en jullie ook zijn nummer geven. Het nummer hadden we helaas alleen nooit gekregen, maar wel toestemming om te gaan!

We besloten dus om maar gewoon te gaan: we hadden toch niet echt iets te verliezen. Zou het niet lukken: dan zouden we maandag gewoon weer terug gaan naar Paramaribo en daar stage lopen. Het enige wat we hadden geregeld was een buschauffeur via onze huisbazin. Boter, zo heet hij, kwam ons op maandagochtend netjes ophalen bij ons thuis. Na een tocht van ongeveer 3 uur naar Atjonie, moesten we op zoek naar een bootsman die ons naar Jaw Jaw zou kunnen brengen. Dit ging allemaal erg soepel. Na we even wat te eten hadden gehaald gingen we in de boot richting Jaw Jaw. Onze bootsman Braaf (ze hebben hier heel toffe namen zoals je kan lezen) vroeg ons of hij ons af moest zetten bij de school. Dat wilden we wel graag, want we dachten dat het wel fijn zou zijn als eerst de stage was geregeld. Hij liep helemaal mee naar de school en zorgde ervoor dat we met de directeur konden praten. Surinamers zijn echt ontzettend behulpzaam. Daar kwamen we erachter dat de directeur die het RKBO wilde bellen, meneer Fonkel, al een jaar lang geen directeur meer was en nu in Paramaribo verbleef (Ja, dit hoort ook heel erg bij Suriname: alles lekker op orde). De directrice die er nu werkte had geen idee dat we zouden komen, maar vond het helemaal prima dat we stage wilden lopen voor 3 dagen. We werden samen in klas 1 geplaatst, ook wel groep 3. We spraken met de mentor af dat we dinsdag rekenen zouden geven.

Stap 1 was gezet! Nu nog een overnachtingsplaats. We gingen weer met de bootsman mee op de boot richting het echte dorp. De school zit wel vast aan het echte dorp, maar je moet ongeveer een kwartier lopen. Aangezien we toch met de boot waren, gingen we zo verder. Toen we daar aankwamen en we vroegen om een slaapplek kwamen we erachter dat de Surinaamse Pabo, het CPI, hier zat met ongeveer 50 studenten. Alles zat dus vol. Dat hadden we niet helemaal verwacht. Uiteindelijk werd er gezegd dat we in hangmatten konden slapen. Dat vonden we helemaal prima. Na een tijdje werd bekend dat er een huisje (dat al 5 jaar leeg stond volgens ons) werd opgeknapt voor ons om daar in te slapen. Er werden bedden in elkaar gezet, klamboes opgehangen: het zag er weer prachtig uit. Stap 2 was dus ook gezet. Toen kwamen we erachter dat er geen winkels op Jaw Jaw waren (dat was natuurlijk te verwachten, maar we hadden gezien op internet dat er een kleine supermarkt was waar je wat spullen kon halen. Dat bleek dus niet zo te zijn). We hebben onze liefste gezichten opgezet en vroegen aan het CPI of we misschien mee konden eten met de gerechten. Zo hadden we ochtend-, middag- en avondeten geregeld.

Alles was dus geregeld! We hadden nog een hele middag over, dus we gingen het dorp maar verkennen. Daar kwamen we Femke tegen. Femke is een Nederlandse vrouw die naar Suriname is verhuisd en nu met haar vriend en dochtertje allemaal huisjes aan het bouwen is op Jaw Jaw om daar uiteindelijk gasten te verwelkomen. Mocht je nog eens naar Suriname willen en naar Jaw Jaw gaan: ik raad het zeer aan om daar te overnachten. Ze waren ontzettend gastvrij en we mochten elke dag mee op de boot als zij gingen varen om aan de overkant van de rivier te ‘baden’. Ook hebben we heerlijk eten van hen gekregen: sinaasappels, die zijn in Suriname veeeeeel lekkerder dan in Nederland, cassave, kousenband, kokos, et cetera.

Maargoed, de stage ervaring: daar waren we natuurlijk voor naar het binnenland gegaan. De school zag er goed uit en er waren veel materialen in de klas, ondanks de armoede in het dorp (dat was te zien aan de kapotte kleding van de kinderen op school). Dat is ook wat we hadden gehoord. Wat we ook hadden gehoord was dat de ‘kwaliteit’ van de leerkrachten niet zo hoog zou zijn. Dat klopte ook. Ik heb deze dagen ontzettend veel kinderen geslagen zien worden met handen en linialen. Dat was heel heftig om te zien. Kinderen in onze klas zaten ook vol littekens op hun armen en gezichten. Het heftigste was nog wel dat kinderen daar soms niet eens van opkeken: ze bleven gewoon lachen terwijl ze net drie keer met een liniaal op hun rug waren geslagen.
Daarnaast kwamen we erachter dat de moedertaal van de kinderen Saramaccaans is, maar ze krijgen in het Nederlands les. Dat betekent dus dat ze soms totaal niet wisten waar Eline en ik het over hadden, gewoonweg omdat ze ons niet konden verstaan. Als wij soms ook iets aan de kinderen vroegen, bijvoorbeeld: 'hoe zeg je goedendag in het Saramaccaans?' kregen we terug 'ja juf'. Dit was een standaard riedeltje dat de kinderen kenden om zich uit een situatie te redden waar ze niks van konden verstaan of niet snapten. Ze gaven dus gewoon een gewenst antwoord. De leerkrachten zal dus ook nooit weten of de leerlingen het echt begrepen. Als ik iets uitlegde aan een leerling en ik vroeg: 'snap je dat?' Dan kreeg ik altijd 'ja juf' terug. Terwijl ze er dan alsnog niks van begrepen, zag ik daarna in het verdere werk.
De leerkracht sprak ook Nederlands, maar als ze echt wilde doordringen bij de kinderen omdat ze boos was, zei ze dingen in het Saramaccaans en sloeg er op los. Ook de ‘vakleerkracht’ muziek en tekenen deed dit. Geen complimentje heb ik uit de monden van de leerkrachten horen komen. Je kan je dan ook voorstellen dat onze rekenles niet heel soepel verliep. Het niveau van de leerlingen is ook erg laag, omdat het niveau van de leerkracht erg laag is. Een voorbeeld:

De leerkracht schreef woorden met ‘l’ op het bord.
bal
lat
lust
luk

Eline en ik keken elkaar aan: wat is luk? Ze ging vervolgens de woorden bespreken. Bal, lat en lust gingen goed. Bij luk zei ze het volgende: ‘als ik een doosje open wil maken en dat doe ik, dan is het geluk, dus het luk.’ De hele ‘t’ in het woord was nergens te vinden. Je snapt misschien wel dat de kinderen dus nooit op een hoog niveau zullen komen te zitten.

Wat ook opvallend was, was dat de kinderen soms heel lang moesten wachten. Onze mentor was klaar met haar lessen en ze had nog 10 minuten over tot de pauze. In die 10 minuten hebben de kinderen maar een beetje gezeten. Ook tijdens de ‘tekenles’ van een half uur gebeurde dit: de leerkracht moest wat papiertjes vastplakken aan karton. Dit deed ‘ie, kind voor kind, ondertussen wat slaan. Daarna moesten alle werkjes nog beoordeeld worden. Dit deed hij daarna ook. De kinderen hebben dat half uur alleen maar gewacht tot hun naam genoemd werd om even naar voren te komen, zodat de leerkracht iets vast kon plakken of een cijfer kon geven. Heel apart.

Ook echte gymlessen kenden ze niet. Eline en ik hadden, als echte juffies, een mooie gymles in elkaar gezet. We hadden wat materialen neergezet zodat de leerlingen wisten waar ze ongeveer moesten staan per spel. Het eerste moment dat de leerlingen de materialen zagen, werden ze een soort wilde beesten: ze pakten de spullen, sloegen de voetballen uit onze handen en waren niet stil te krijgen. De leerlingen krijgen hier dus geen gym: ze mogen gewoon buiten gaan spelen. Dat verstaan de leerkrachten in het binnenland onder ‘gym’.

Op de laatste dag hadden Eline en ik nog een rekenles te geven. Het regende alleen heel erg hard. De mensen van het CPI zeiden dat ze niet zouden gaan als het heel hard regende, maarja: we zijn en blijven Nederlanders, we kunnen wel tegen wat regen. Op onze blote voeten zijn we toen samen naar de school gelopen. Het regende niet heel hard meer, dus het was prima te doen. Wat ook vaak gebeurt in het binnenland als het de hele dag regent: kinderen komen niet naar school. Soms zelfs de leerkracht niet. Op donderdag, onze laatste stagedag in de klas, begonnen we dus met ongeveer 8 leerlingen. Uiteindelijk zijn er 5 van de 22 helemaal niet op komen dagen, terwijl het wel weer lekker weer werd. Onze rekenles ging wel erg goed, in vergelijking met de vorige keren. De leerlingen waren wat aan ons ‘accent’ gewend, en wij hadden de laagste verwachtingen die we ooit van kinderen gehad hebben. Helemaal niet goed dus, maar we konden op het moment niet anders.

Het was dus een heftige, bijzondere en leerzame (hoe moet je vooral NIET lesgeven) ervaring. In de middag regende het nog steeds erg hard. We hebben toen besloten om op donderdagmiddag al weer terug te gaan naar de stad in plaats van vrijdagochtend. Ik zet ook nog foto's online om wat van de situatie te laten zien.

#6 Korte update!

Bij deze een update over de komende week:
In Suriname moeten de nieuwe leerkrachten hun eerste jaar per se in het binnenland lesgeven. Dit komt door een tekort aan leerkrachten daar. Ze proberen op deze manier leerkrachten naar het binnenland te trekken, zodat de leerlingen daar dan ook onderwijs kunnen krijgen. Helaas lukt dat nog niet zo goed (leerkrachten werken liever in de stad omdat dat vaak dichter bij huis is), daarom zitten leerlingen soms 2 jaar achter elkaar thuis omdat er geen leerkracht is om het onderwijs te verzorgen. In veel dorpen in het binnenland is het dan ook het geval dat er onbevoegde leerkrachten voor de klas staan, waardoor het onderwijs niet goed is.

Dit willen Eline en ik graag meemaken. We willen graag zien of het verschil tussen binnenland en Paramaribo erg groot is of dat het wel meevalt. Dat zullen we vanaf morgen, maandag 3 april, t/m vrijdag 7 april bekijken. Het plan is om naar Jaw Jaw te gaan, dat ligt aan de Suriname rivier. We gaan er morgen heen en horen dan over hoe onze week eruit zal gaan zien (normaal zou ik hier erg om zenuwen omdat ik niet precies weet wat het plan is, maar ook hierbij geldt: no spang).

Ik ben komende midweek dus niet bereikbaar op Whatsapp, dus schrik niet als ik ineens niets ontvang en niet reageer :-).
Als ik terug ben zal ik jullie laten weten of er verschillen zijn tussen Paramaribo en het binnenland en wat de verschillen zijn!

#5 Zoveel te doen, zo weinig tijd om te schrijven!

Ik leef nog! Na een maand niks van me te laten horen op deze blog, ben ik weer terug met vele verhalen. Wat maak je namelijk veel mee in twee weken als je ouders er zijn! De eerste reden dat ik niet veel had geschreven, was omdat ik veel bezig was met school. Jaja, dat doe ik hier ook nog! Niet veel boeiends voor jullie om te lezen dus, voor mij wel fijn dat het nu af is geschreven en ik het bijna in kan leveren. Nog even wachten op de beoordeling van de stageschool… J

Na die tijd studeren kwam op 13 maart eerst nog Holi Phagwa: een Hindoestaans feest dat hier door bijna iedereen gevierd wordt. Het was ontzettend gezellig met mijn huisgeno(o)tjes, maar ik moest in de middag alweer vertrekken omdat ik mijn ouders op zou halen van het vliegveld. Na veel geschrob (die poeder komt er niet zo makkelijk van af als je zou denken) was ik nog maar voor de helft gekleurd: goed genoeg om mijn ouders op te gaan halen. Toen ik daar was kreeg ik het eerste sms’je: we staan bij de bagageband! Dat gaat snel, dacht ik. Een half uur later kreeg ik weer een sms: we staan nog steeds bij de bagageband… Na een uur gewacht te hebben, zag ik twee bekende gezichten door de deur komen. Ze waren er! Natuurlijk meteen heel veel bijgekletst in de taxi en daarna ook nog bij het restaurant waar we wat gingen eten. Dat vele kletsen is eigenlijk niet gestopt deze twee weken. De volgende dag had ik nog stage, waarbij mijn ouders het laatste uur mee hebben gekeken hoe ik 23 Surinaamse kinders een beetje muziek aan probeer te leren. Dat was hartstikke leuk. Op donderdag gingen we toen op pad voor onze eerste trip: Galibi. Eerst een tussenstop gemaakt bij Frans-Guyana, waar we een oude gevangenis hebben bezocht waar ontzettend veel mannen opgesloten zijn geweest en de verschrikkelijkste straffen hebben gekregen (het meest mensvriendelijk was de guillotine). Vervolgens door met de boot naar Galibi. Bij de foto’s kan je een beetje een beeld krijgen hoe dat er allemaal uit zag. Daar hebben we in de avond, onder een heldere sterrenhemel, zeeschildpadden gezien die eitjes aan het leggen waren. Het waren er heel veel! Het was een heel bijzondere avond. De volgende dag nog even gezwommen en vervolgens weer naar huis toe. In de avond lekker uit eten geweest, maar daarna snel weer inpakken voor de volgende trip: Coesewijne kanotocht!

Op zaterdagochtend stonden we er klaar voor. Eerst met de auto een stuk rijden, waar we na een tijdje achter op de truck mochten en met een rotvaart door de savanne reden. Vervolgens hebben we ongeveer 10 minuten in de kano gezeten. Toen zei de gids: ‘we zijn er, hier gaan we overnachten!’ We keken naar de plek en zagen ongeveer 4 palen staan. Dat was het. We hebben toen ons hele kamp zelf opgezet: een vuurtje gemaakt, een plek voor de hangmatten gemaakt die sterk genoeg was om 5 mensen te houden et cetera. In de avond, toen het pikkedonker was, zijn Eline en ik nog met de gids het water opgegaan om beestjes te spotten. Niks gezien, maar wel een heel vette ervaring!

De volgende dag hebben we een uur of 4/5 in de kano in de regen gezeten. Helemaal niet koud, maar we waren wel blij dat we uiteindelijk bij het eindpunt aan waren gekomen. Na die trips lekker snel het bed in (na onze buikjes gevuld waren met roti) om vervolgens weer 3 dagen stage te lopen. 1 middag heb ik toen met mijn ouders dolfijnen proberen te spotten, maar dat werkte niet zo goed. We hadden daarna ook nog Braamspunt: een plek waar ook zeeschildpadden zaten. We hebben genoten van een heerlijke zonsondergang en hebben daarna eindeloos gewacht op uiteindelijk één zeeschildpad.

Op donderdag stond ik weer bij mijn ouders voor om op de volgende en laatste trip te gaan: 4 dagen naar Boto-Pasi. We hebben toen eerst een heel lange heenweg gehad, maar we hadden gelukkig genoeg te zien op de boot. Uiteindelijk kwamen we aan. Ook in de foto’s kan je weer zien hoe prachtig mooi we zaten. Na de aankomstdag zijn we naar een waterval gegaan waar ik nog vanaf gegleden ben (dat was de bedoeling!). Aangezien het water heel hoog stond, was de stroming heel heftig, dus nadat ik met allemaal butsen uit het water kwam heeft onze gids maar gezegd dat er niemand meer van de ‘glijbaan’ moest. De dag erna hebben we nog een wandeling gemaakt tussen verschillende dorpen en nog wat gezwommen in de Suriname rivier. Elke avond hebben we eerst lekker gegeten, daarna heel veel gekaart (en heel veel gelachen daarbij) en daarna hebben we de ongelooflijk mooie sterrenhemel bekeken. We hebben ontelbaar veel vallende sterren gezien: zelfs een die in tweeën barstte terwijl we er naar keken!

Je hoort het al: ik heb het hier verschrikkelijk slecht. Gisteravond heb ik afscheid genomen van mijn ouders en ze zitten nu in het vliegtuig naar huis. Ik zie ze over een maand weer, dus dat is uit te houden. 26 april ben ik weer in Nederland, dus nu nog maar een maand volop genieten van alle ervaringen hier!

#4 "Ja juffrouw!"

Oke, ik had net mijn hele nummer 4 blog klaar staan, maar toen ging er iets mis op de site. Nu kan ik dus weer opnieuw beginnen. Hopelijk kan ik het net zo schrijven als ik net heb gedaan. Geeft niks, ik heb alle tijd :-).

Gisteravond kwam ik terug van een weekendje Brownsberg en Ston Island (de foto's volgen nog!). Vandaag zou mijn 3e week stage weer beginnen. Een spannende dag vandaag, want mijn mentor had verlof genomen dus ik zou voor het eerst helemaal alleen voor de klas staan. De voorbereidingen begonnen al goed: ik had niet van mijn mentor te horen gekregen welke lessen is moest geven, dus ik kon niks voorbereiden. Het enige dat ik wist was dat ik rekenen, Nederlands, schrijven, lezen en aardrijkskunde moest geven. In Nederland zou ik daar vrij zenuwachtig om zijn, maar hier heb ik dat totaal niet. Dat komt misschien ook omdat ik het al vaker heb meegemaakt: zo heb ik al een knutselles en een muziekles bedacht, 5 minuten voordat ik de les ineens moest geven, omdat ik toen pas hoorde dat ik die les uberhaupt moest geven. No spang!

Maargoed: vanochtend begon dus weer de dagelijkse stageroutine. Om 6.40u ging mijn wekker. Ik werd wakker met de haan die altijd vanaf 5 uur 's ochtends kraait, het was al 25 graden en ik zat vast in mijn klamboe. Een typisch begin van de dag. Ik worstelde mij uit bed en maakte me klaar voor de dag. Om iets voor half 8 fietste ik, in mijn zwarte broek (die steeds minder warm wordt omdat ik steeds meer wen aan de warmte) naar mijn stageschool. Ik moet daarvoor ongeveer 5 tot 10 minuten fietsen. Eenmaal weer veilig aangekomen op mijn stageschool (wat altijd weer een wonder is met dit verkeer) (grapje mam ik doe altijd heel voorzichtig :-)), werd ik begroet door zwaaiende kinderen, waarbij sommige kinderen mij ook een knuffel kwamen geven. Dit gebeurt altijd, ook als ik in de middag weer naar huis vertrek.

Van de directrice kreeg ik een blaadje met daarop de bladzijdes van de lessen die ik per vak moest geven, geschreven door mijn mentor. Kon ik mij toch nog een beetje voorbereiden. Om 8 uur begint altijd de school, als het mooi weer is met een vlaggenceremonie. Als het al een beetje bewolkt is gaat dit niet door, omdat de vlag dan nat kan worden. De vlaggenceremonie vind ik altijd een mooi moment. Alle kinderen van de school staan op het erf (zo noemen ze het schoolplein hier) en zingen, terwijl de vlag omhoog wordt gehesen, het volkslied.

Op maandag duurt de ceremonie altijd wat langer, omdat de directrice dan nog wat komt zeggen. Dit keer hebben we uitgebreid gezongen voor de jarigen. Om 5 voor half 9 kwamen we, mijn 23 kinders en ik, pas de klas in. Ik zal proberen uit te leggen hoe mijn klaslokaal eruit ziet: aan een muur hangt een krijtbord, een muur heeft gaten met gaas ervoor die dienen als ramen, we hebben nog een dichte muur aan de achterkant en er is nog een muur met 2 gaten: een dient als deur, en een als raam. Je kan je misschien wel voorstellen dat je alles van andere klassen hoort als daar iets harder gepraat wordt.

Aangezien het de eerste dag was dat ik alleen was, heb ik eerst even mijn regels uitgelegd. Onder andere was dat het stoplicht, nu getekend met krijt op het bord in plaats van een mooi geplastificeerde, maar nog steeds even waardevol. We hebben daarna nog gebeden en zijn daarna aan de slag gegaan met de lessen. Om 10 uur hadden de kinderen pauze. Er wordt dan ook altijd gebeden voor het eten. Het eerste kwartier eten de kinderen in de klas, daarna mogen ze een kwartier buiten spelen. Na het buitenspelen wordt er weer gebeden. Om 12 uur waren we eigenlijk wel klaar met de lessen, dus hebben we het laatste uur nog wat andere dingen gedaan. Ja, ja, de schooldag eindigt namelijk altijd om 1 uur. Dat is zo, omdat het daarna te warm is om in een lokaal te zitten. Nog voor de laatste keer werd er gebeden (in totaal dus 4 keer per dag) en toen mochten de kinderen naar huis toe. Niet alleen de leerlingen, maar ook de leerkrachten vertrekken gewoon om 1 uur. In totaal duurt een werkdag dus van 8 tot 1, waarbij er ook nog een half uur pauze is.

Nog een aantal dingen vallen mij op als ik kijk naar het verschil tussen Nederland en Suriname (naast de lestijden en de vorm van de lokalen).
Ten eerste heb je in Suriname een aantal basisvakken: rekenen, Nederlands (de belangrijkste twee), geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en godsdienst. Knutselen en muziek wordt ook wel eens gedaan, maar alleen als daar echt tijd voor is. Daarnaast hebben de kinderen 1 keer per week gym. Er wordt gegymd in een oude kerk, erg mooi om te zien. In Nederland is Nederlands in een aantal vakken opgedeeld: spelling, taal en begrijpend lezen. Dit is in Suriname niet het geval: daar zitten al die vakken in 1 vak, genaamd Nederlands.

De methodes zijn over het algemeen erg oud. Het enige nieuwe boek is van aardrijkskunde: deze komt uit 2015. Verder zijn de methodes veel ouder: de Nederlands methode komt uit 1987, natuur komt uit 1989 et cetera. Leerlingen krijgen dus stof aangeleerd die 30 jaar oud is!

De leerlingen zijn erg respectvol naar de leerkrachten. De leerkrachten staan ook ver boven de leerlingen (ik ben de leerkracht en jij bent het kind, heb ik al eens gehoord). Ik word als leerkracht ook met 'u' aangesproken, en alle zinnen beginnen of eindigen met juffrouw ("Wat zegt u, juffrouw?", "Ja, juffrouw").


Ik loop dus stage op maandag tot en met woensdag, van 8 tot 1. Op woensdagmiddag is mijn 15-urige werkweek dan ook weer klaar. Zoals jullie merken heb ik het hier ontzettend zwaar :-).

Ik geloof dat dit het wel weer was voor vandaag.
Tot de volgende blog/de volgende foto's!

#3 Nu al één week voorbij?!

Wat is deze eerste week voorbij gevlogen! En wat is het leuk hier! Elke dag is het minimaal 26 graden, schijnt de zon en hebben we af en toe een harde regenbui. Vanaf dag 1 was het al erg gezellig. Aangezien ons ontbijt ook niet echt te eten was, zijn we maar snel eten gaan halen. Na een bezoekje aan de supermarkt zijn we de markt op gegaan. Daar is het eten bizar goedkoop en het was erg gezellig. Een paar voorbeelden: voor kousenband voor ongeveer 3 personen betaal je 1SRD (12,5 ct), 12 stuks fruit kosten 20SRD (2,50euro), 3 aubergines en 6 tomaten voor 6SRD (75ct). Naast dat het dus goedkoop was, was het ook erg gezellig. Zo hebben we uitleg gekregen van een jongetje hoe je het best kousenband kan bereiden, mensen wilden weten wat voor stage we gingen doen en waar we vandaan kwamen én ze vertelden ook veel over zichzelf. Dat kunnen Surinaamse mensen wel, veel praten. Dat is ontzettend gezellig. Na de markt zijn we gaan lunchen bij het bekende plekje Zus&zo en hebben we gelijk thuis gekookt met alle verse groenten.

Alles hadden we lopend gedaan, en dat vonden we niet zo'n goed plan meer. Daarom hebben we de volgende dag fietsen gehaald, waarbij we ook meteen een simkaart kregen. Nu dan de grote uitdaging: links fietsen. In Suriname is er een verkeersregel: links heeft voorrang, maar als je op een T-splitsing staat heeft de doorgaande weg voorrang. Een nieuwe regel heb ik ontdekt tijdens het deelnemen van het verkeer: moet je te lang wachten tot je door kan rijden, dan zorg je ervoor dat je midden op de weg gaat staan met je auto zodat mensen je wel voorrang moeten geven. Dat verloopt verder allemaal erg soepel. Eenmaal thuisgekomen probeerde ik mijn stageschool te bereiken. Dat lukt natuurlijk niet meer om kwart voor 3, want dan is iedereen daar allang weg (de school is namelijk om 1 uur klaar en leerkrachten blijven hier blijkbaar niet om nog na te kijken en voor andere vergaderingen of voorbereidingen). Uiteindelijk heb ik de volgende dag, om half 9, wel kunnen bellen met mijn directrice. Van haar hoorde ik dat ik groep 6/klas 4 krijg.

Ook ben ik nog langs mijn stageschool geweest. De school heeft geen uniform, maar je moet zwart onder dragen (dus ik heb een zwarte broek: super warm!) en shirts in het turquoise of bordeaux rood/roze (deze shirts heb ik gehaald met mijn directrice op de zaterdag, was erg gezellig). Daar wat uitleg over gekregen, maar ik moet het denk ik vooral zelf eerst gaan ervaren. Dat ga ik morgen voor het eerst doen.

Wat we ook nog hebben gedaan, het houdt inderdaad nog niet op met de gebeurtenissen, is de dolfijnentour. Met een bootje gingen we over de Suriname rivier. We hebben maar een paar dolfijnen gezien en alleen de ruggen ervan, maar we, Filiz, Eline en ik, hebben ook een schildpad en een kaaiman vastgehouden op een plantage. Dat was erg leuk. Die avond heb ik ook met een groepje studenten bij d'bar gezeten, een erg gezellige bar die net nieuw is. Je maakt hier heel snel contact met andere studenten, omdat je allemaal hetzelfde meemaakt. Dat is erg fijn. Gisteren hebben we nieuwe huisgenoten gekregen, twee Belgische meisjes. We wonen nu dus met z'n vieren in het huis, en dat is toch wel erg gezellig. Midden februari krijgen we nog 4 huisgenoten erbij en dan is ons studentenhuis vol.

Tot zo ver mijn overzicht van de week, er is nog meer gebeurd, maar dit zijn de grote lijnen van de week. Morgen dus mijn eerste stagedag, ik heb er ontzettend veel zin in en ben heel benieuwd naar wat ik daar mee ga maken :-).

#2 Doei Nederland, hallo Suriname!

Zo, het is nu zondag 29 januari, half 10 's avonds, en het is nog steeds 30 graden. Een mooi moment om deel 2 van mijn blog te schrijven. Ik moet jullie ten slotte wel een beetje up-to-date houden over mijn gebeurtenissen hier in Suriname. Dit deel begint alleen niet in Suriname, maar nog in Nederland, het koude kikkerlandje waar ik gisterochtend nog was.

De vrijdag voordat ik weg ging, heb ik het avontuur mooi in kunnen leiden dankzij mijn ouders. Na het avondeten zeiden zij namelijk dat het tijd was om naar buiten te gaan. Wij hebben die avond een 'wenslampion' aangestoken. Dit was een erg mooi begin van de reis.
De ochtend daarna was het dan zover: de reis naar Suriname zou beginnen. Om kwart voor 7 werd ik wakker gemaakt, om vervolgens een lekker ontbijtje te hebben met de lekkere Nederlandse melk die ik 3 maanden zou moeten missen. Om kwart voor 8 gingen we de deur uit om op tijd op Schiphol te zijn. Dit verliep allemaal erg soepel, net als het inchecken van de bagage, tot dat... de gezamenlijke koffer van Eline en mij 24 kilo bleek te zijn, terwijl het maximale gewicht 23 kilo mag zijn. Even brak het zweet bij me uit (en dat in dat koude kikkerlandje...), de vrouw achter de balie keek naar het gewicht en... de koffer mocht door. Hoera!

Na het inchecken konden we met het hele uitzwaaicomité nog wat drinken, maar al snel moesten Eline en ik er vandoor. Voor het afscheid nemen moesten we namelijk ook nog genoeg tijd nemen. Na gekus, geknuffel en een traantje was het tijd om te gaan. Wij konden vervolgens nogmaals zwaaien naar alle familieleden/vrienden die mee waren, en toen waren we verdwenen.
Het eerste moment hadden we al meteen grote pret. We hadden een heel enthousiaste bewaker waar we aan vroegen of we onze all stars uit moesten doen voor de controle. Dit moesten we maar aan zijn collega vragen, en die moesten we dan bij voornaam aanspreken, vond deze beste man. Dit deden wij dan ook braaf, en de bewaker had de tijd van zijn leven (wij vonden het ook best grappig). Hoewel het ongeveer 1000 keer was gezegd dat je je laptop uit je tas moest halen, was ik dit natuurlijk compleet vergeten door de gezelligheid. Eerst dacht ik dat ik de chocola niet mee mocht nemen, maar toen de controlleur zei dat ik iets groots uit de tas was vergeten te halen, wist ik het meteen. Dit begon al goed :-).

Het boarden ging uiteindelijk heel soepel en in het vliegtuig kwam er een Surinaamse man naast ons zitten. Die heeft ons allemaal tips en weetjes gegeven over Suriname en we hebben het over veel onderwerpen gehad met hem. Ook hebben we het natuurlijk over het Surinaamse eten gehad, waarna ik roti van hem kreeg, speciaal gemaakt door zijn moeder. Het pittige eten, daar moest ik nog even aan wennen, dus dit heb ik met kleine hapjes opgegeten. Maar lekker dat het was! De eerste ervaring met Suriname was al geslaagd!

Na ongeveer 9 uur vliegen waren we er. Wat een prachtig landschap! Onder ons zag ik mooie rivieren en prachtig oerwoud. Dit zag er al veelbelovend uit. Toen het vliegtuig netjes aan de grond stond en iedereen enthousiast had geklapt voor de piloot, konden we het vliegtuig uit. Je voelde de hitte als een warme deken om je heen vallen: heerlijk. Vooral als je een lange broek aan hebt en een trui. Die trui durfde ik niet uit te doen, bang om meteen aan te worden gevallen door 'muskieten' (muggen in het Surinaams).

In de piepkleine luchthaven (piepklein vergeleken met Schiphol) hebben we lang moeten wachten tot we door mochten om onze koffers te pakken, maar we hadden de Surinaamse rust al gevonden. Vervolgens koffers snel kunnen vinden en ook de taxi-chauffeur. Daar hebben we ook ontzettend leuk mee gepraat, en hij heeft ons uiteindelijk ook meegenomen naar een tankstation om wat te eten te halen (alle winkels waren namelijk dicht door het Chinees Nieuwjaar, en aangezien alle winkels gerund worden door Chinezen...). We hebben toen meteen onze eerste SRD's gewisseld. Ons avondeten bestond toen uit een stuk droge pizza en een vies zoet drankje. Topmaaltijd! Na het uitpakken van onze koffers zijn we toen lekker gaan slapen.

Mijn volgende blog zal een (lange) samenvatting zijn over mijn eerste week hier. Ik zie dat ik al weer veel te veel geschreven heb, dus ik zal nu stoppen en ik ga zo lekker slapen. Tot de volgende blog!

#1 Bijna!

Nu ik iedereen die ik ken heb gezegd dat ik een blog bij zou gaan houden, moet ik dat dan maar echt gaan doen. Bij deze dan: blogbericht nummer 1! Ik heb al allemaal tips gelezen over hoe je de beste blog ooit kan schrijven. Een van die tips is dat je vooral moet oefenen met schrijven. Ik ga er nu dan ook vanuit dat mijn laatste bericht aan het einde van mijn reis veel en veel beter is dan dit eerste bericht. Of niet, zien we dan wel weer: dat duurt toch nog wel even. Sowieso nog 3 maanden.

Op mijn computer staat een klok die aan het aftellen is naar het moment dat het vliegtuig naar Suriname vertrekt. Dat is over 19 dagen. Super spannend! In 2016 leek het allemaal nog zo ver weg: "ah joh, dat is volgend jaar pas, komt dan wel." Maar nu is het over een paar dagen al zo ver. Best een gek idee. Het moment dat ik 'voor de leuk' aan Eline voorstelde dat ze mee moest gaan naar Suriname is al een tijd geleden. Gelukkig nam ze dit serieus, want we gaan nu samen een ontzettend bijzondere periode meemaken.

De vliegtickets waren in oktober al geboekt. Eline en ik hebben het eigenlijk altijd te gezellig als we bij elkaar zijn, daarom duurt het erg lang voordat we gaan doen wat we gepland hadden. Nadat we dus uitgebreid hadden bijgekletst gingen we zoeken naar vliegtickets. Toen we die uiteindelijk hadden gevonden, moesten we ze ook nog betalen (natuurlijk). Het probleem was alleen dat we allebei niet genoeg op onze rekening hadden staan. Zoals je kan zien, is het treffen van voorbereidingen ook een kwaliteit van ons. Eline kon niet snel geld overmaken van haar spaarrekening naar haar gewone omdat het weekend was, dus moest ik dat doen. Ik had alleen geen apparaat om over te maken bij me (zo goed voorbereid), dus bedachten we dat we maar een lunch gingen halen. Eten vinden we namelijk ook erg belangrijk: op een lege maag kan je immers niet nadenken. Eenmaal op weg naar de supermarkt kwamen we ineens een bank tegen. Geweldig! Daar konden we misschien het apparaat om over te maken lenen! Dit hebben we netjes gevraagd en: Nee. Dat kon niet. Wat wel kon was de tickets kopen via de computer daar, omdat daar wel zo'n apparaat naast lag.

En eindelijk was het dan zo ver: Eline en ik hadden tickets geboekt naar Paramaribo, Suriname!

Nu konden we rustig aan lunchen en op zoek naar een huis daar. Zoals echte juffen doen, hadden we een lijstje gemaakt met wat wij echt belangrijk vonden om te hebben bij/in een huis. Deze dingen gaven wij daarna ook nog sterretjes om aan te geven hoe belangrijk ze waren in vergelijking met de andere belangrijke dingen. Kan je me nog volgen? Wij vonden dit systeem in ieder geval erg handig.

Gelukkig heeft mijn moeder allemaal contacten in Paramaribo (thanks mam!) dus konden we via een betrouwbare site gaan zoeken naar huizen. Studentenhuizen heb je genoeg in Paramaribo. De Prinsessestraat (ja, zonder 'n', oude spelling) is een bekende studentenstraat en wordt ook als een veilige plek gezien in Paramaribo. Omdat het ook nog eens centraal ligt, wilden wij daar in de buurt een huis zoeken. Wat ook belangrijk is en waar we erg op hebben gelet, is dat er genoeg beveiliging in en rondom het huis is. Dit kan zijn: dievenijzers, hekwerk, camera's, et cetera. Paramaribo is leuk en spannend om heen te gaan, maar je moet wel voorzichtig blijven. Uiteindelijk hebben we dan ons ideale huis gevonden op een zijstraat van de Prinsessestraat: een mooi huis op de Schietbaanweg.

Na de tickets en het huis moesten de andere voorbereidingen ook nog: inentingen, visumaanvraag, inkopen... Al met al genoeg redenen om onder het genot van een lunch weer verder te praten over onze voorbereidingsplannen. Misschien kan je het al raden: hier is niet veel van terecht gekomen. De lunch was erg lekker en we kregen warme chocomel (die we nu nog moeten drinken omdat het zo koud is hier, maar waar we de volgende 3 maanden niet aan moeten denken omdat het dan veeeeel te warm is) , maar een heel schema is er niet uitgekomen. Is niet erg, we zitten gewoon alvast in de Surinaamse flow. Geen zorgen verder, het komt allemaal op tijd goed.

Dan zijn we nu aan het einde gekomen van mijn eerste blog die wellicht iets te lang is geworden, omdat ik te veel wilde vertellen. Leer ik vast ook nog wel door meer berichten te schrijven :-).

Ik kan niet wachten om te gaan!